U bent hier
Landschapsbeheersplan voor ‘de omgeving van de watermolen te Sint-Gertrudis-Pede’ in Dilbeek goedgekeurd
Vlaams minister Geert Bourgeois, bevoegd voor Onroerend Erfgoed, heeft het landschapsbeheersplan voor het beschermde landschap ‘de omgeving van de watermolen te Sint-Gertrudis-Pede’ in Dilbeek goedgekeurd. Door deze erkenning kan de eigenaar aanspraak maken op een extra landschapspremie (max. 70% van de geraamde kostprijs) voor het uitvoeren van onderhouds – of instandhoudingswerkzaamheden die in het plan zijn opgenomen, en dit bovenop de onderhoudspremie van maximum 40% van de geraamde kostprijs waarop hij voor het beschermd landschap al recht had.
“Een landschapsbeheersplan is een praktische leidraad en een garantie voor het behoud van een beschermd landschap”, aldus minister Bourgeois. “De bedoeling is om eigenaars te stimuleren om mee te werken aan het beheer van het landschap. Naast de gekende onderhoudspremie voor beschermde landschappen is er dankzij dit landschapsbeheersplan een extra landschapspremie mogelijk voor onderhouds-, omgevings- of instandhoudingswerken die in dit plan zijn opgenomen zoals het snoeien van hagen, herstellen van wandelpaden en vijverbruggen, het weghalen van het slib uit de vijvers en de renovatie van de schuilhutten en rustbanken.“
'De watermolen van Sint-Gertrudis-Pede met aanhorigheden en omgeving' te Dilbeek is op 17 april 1975 beschermd als monument en landschap. Het beschermde landschap maakt deel uit van de ‘Pede-’ of ‘Bruegelvallei’. Kenmerkend voor het landschap is het geheel van natuurlijke en kunstmatige vijvers dat doorheen de tijd sterk gewijzigd is. Deze bekkens voorzagen de watermolen van de nodige waterreserve om te kunnen functioneren.
Onder het motto ‘Waterland tussen brouwer en molenaar’, een verwijzing naar een vroeger conflict tussen de brouwer en de molenaar die beiden het gebruik van de waterreserves claimden, is in opdracht van de vzw Dilbeeks Erfgoed en onder begeleiding van een beheerscommissie een beheersplan uitgewerkt. In het beheersplan zijn niet alleen cultuur-historische maar ook ecologische, recreatieve, educatieve, sociaal-economische en landschappelijke elementen opgenomen.