U bent hier
'Moeilijke wijk' viert feest
De bewoners van de 'moeilijke' Reinaertwijk kwamen afgelopen weekend samen voor een barbecue. Het initiatief moet de buren helpen met elkaar samen te leven.
De Reinaertwijk in Groot-Bijgaarden wordt al jaren een moeilijke wijk genoemd. Bewoners wonen er in grote sociale woonblokken die dringend aan renovatie toe zijn. Je kan de wijk nog het best vergelijken met de Brusselse Marollen: de omstandigheden zijn niet altijd makkelijk en er wonen heel wat ruwe bolsters met blanke pitten. Maar afgelopen zaterdag kwamen zo'n tachtig bewoners samen voor een gezellige barbecue. Op die manier willen ze elkaar beter leren kennen. Het feest werd gecoördineerd door buurtwerkster Gert Pardon, die door de gemeente
werd aangeworven om het samenleven in de buurt in goede banen te leiden. Gert voerde een studie uit van de drie grote sociale woonwijken in Dilbeek en daaruit bleek dat de samenlevingsproblemen in de Reinaertwijk het grootst zijn. “Daarom zetten we hier in op participatie”, zegt ze. “Zo hebben we hier een volkstuin opgericht waar de bewoners collectief werken en oogsten. We creëren ontmoeting en geven de bewoners verantwoordelijkheid over hun wijk. Met de opbrengst van deze barbecue investeren we weer in die volkstuin”, aldus Gert.
Volgens schepen Diane Van Hove (N-VA) is het project een succes. “Tachtig mensen schreven zich in voor de barbecue. Er wonen hier veel meer mensen, maar er is toch al meer interesse dan vorig jaar. Het is leuk om te zien hoe de mensen hier samenkomen en elkaar ontmoeten.”
Ook Maria Maene vindt de barbecue een succes. Zij woont al sinds 1983 in de wijk en wordt zowat de mama van de wijk genoemd. “Initiatieven zoals de barbecue en de volkstuin waren hier broodnodig”, zegt ze. “Dit komt de buurt ten goede. Het is hier niet makkelijk samenleven. Er wonen hier mensen van verschillende culturen, met verschillende gewoontes. Ik kan een boek schrijven over wat ik hier allemaal al heb meegemaakt. Maar nu gaat het beter met de wijk. Iedereen leert elkaar kennen en dat bevordert het samenleven.” (dhh)
Bron: Het Nieuwsblad; 6 juni 2016; P. 1