U bent hier
“Tramsite verdient veel meer aandacht”
David De Freyne (N-VA) wil dat er meer gedaan wordt met het trammuseum in Schepdaal. De site wordt af en toe open gesteld voor groepen, maar meestal staat alles er leeg. “Er kan veel meer uit deze site gehaald worden”, vindt De Freyne.
De tramsite van Schepdaal langs de Ninoofsesteenweg werd tot 1968 gebruikt als stelplaats voor de trams op de lijn Brussel-Ninove. In 1993 werden het stationsgebouw en de loodsen beschermd en in 1999 ging de site dicht voor een renovatie. In 2009 gingen de deuren weer open en sindsdien is de site toegankelijk voor het publiek. Maar erg toegankelijk is de tramsite niet volgens gemeenteraadslid David De Freyne (N-VA), zelf inwoner van Schepdaal. “De tramsite wordt af
en toe eens geopend tijdens een Erfgoeddag en is voorts enkel nog te bezoeken op afspraak voor groepen. Dat vind ik onbegrijpelijk”, zegt De Freyne. “Sinds 2006 werden de loodsen grondig gerenoveerd. Maar de laatste fase van die renovatie laat op zich wachten omdat niemand weet wat er met de site staat te gebeuren.”
Volgens De Freyne weet vervoersmaatschappij De Lijn, die eigenaar is van de site, niet goed wat er moet gebeuren met het trammuseum. “En die onduidelijkheid over de toekomst zorgt voor heel wat geruchten in Schepdaal”, klinkt het. “Na de heropening in 2009 was het de bedoeling om de site ruimer toegankelijk te maken voor het grote publiek. De erfgoedorganisatie Herita beheert de site nog tot 2020, maar door de onduidelijkheid over de toekomst durft die organisatie daar ook niet te veel in investeren. Hierdoor staan de loodsen bijna het hele jaar leeg. Volgens mij is De Lijn nu aan zet om te zeggen wat er moet gebeuren.”
Volgens woordvoerster Karen Vandenplas van De Lijn klopt het niet dat de vervoersmaatschappij aan zet is. “Wij beslissen niet over de toekomst van de site. Dat is aan Herita en het kabinet Bourgeois”, zegt Vandenplas. “Bovendien schrikken we wel een beetje van deze oproep,
want het gemeentebestuur wordt overal bij betrokken. De Lijn zit als eigenaar mee aan de tafel met Herita, het kabinet Bourgeois, het kabinet Weyts én burgemeester Willy Segers van Dilbeek. De Lijn beslist dus niet zomaar over de toekomst van de site.”
Maar volgens David De Freyne moet de situatie goed opgevolgd worden. “We mogen niet alles zomaar op zijn beloop laten gaan. Deze site kan naast een toeristische ook een culturele en maatschappelijke functie krijgen”, zegt hij. “In Schepdaal zijn er tal van verenigingen die vergaderruimte missen. Een renovatie van de laatste loods zou dat probleem kunnen oplossen. We zouden een meerwaarde voor de lokale gemeenschap kunnen bieden door de tramsite nuttiger in te vullen. Herita levert goed werk op vlak van erfgoed, maar de tramstatie zou meer gebruikt kunnen worden. Misschien zou dat kunnen georganiseerd worden door geëngageerde lokale mensen. Alleen zo kan deze site opnieuw de aandacht krijgen van het bredere publiek. Dit uniek stukje erfgoed krijgt zo de aandacht dat het verdient.”
DIETER HAUTMAN ■
Bron: Het Nieuwsblad; 13/02/2016; p. 3